Belanghebbende, vereniging X, behartigt de belangen van ondernemers in de schilders- en onderhoudsbranche. De rechtsopvolgers van X waren tot 1987 ook actief als verzekeringstussenpersoon. De rechtsopvolgers hebben per 1 januari 1987 hun assurantieportefeuilles ingebracht, onder voorbehoud van de eigendom. X is niet meer officieel actief als tussenpersoon, doch werkt samen met een verzekeringstussenpersoon (vof C), die de portefeuilles beheert. In geschil is of op de door X van C ontvangen provisies die voortvloeien uit deze samenwerking belast zijn voor de btw. Rechtbank 's-Gravenhage handhaaft de naheffing, aangezien de provisies niet samenhangen met door X verrichte verzekeringsdiensten. X stelt in hoger beroep primair dat bij haar totstandkoming een algemeenheid van goederen is overgegaan, die naheffing in de weg zou staan.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat per 1 januari 1987 een algemeenheid van goederen is overgedragen, ondanks dat de eigendom van de portefeuilles niet is ingebracht. Voor toepassing van de zogenaamde overdrachtsregeling is eigendom namelijk geen beslissende factor (HvJ EU 10 november 2011, nr. C-444/10, V-N 2011/63.16). Voorts is niet gesteld of gebleken dat het voor de uitoefening van de in geding zijnde verzekeringsactiviteit noodzakelijk is dat C ook eigenaar is van de portefeuilles. De naheffingsaanslag wordt vernietigd. Het hoger beroep van X is gegrond.