Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de pseudo-premies die door het CAK worden geïnd losstaan van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet die door de Belastingdienst wordt geïnd. De inspecteur, de rechtbank en het hof zijn niet bevoegd over deze pseudo-premies te oordelen.

X woont in Zwitserland en ontvangt een ABP-pensioen. Op dit pensioen is in 2018 € 153 aan inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet ingehouden. In geschil is de teruggaafbeschikking van de Belastingdienst van € 153. Volgens X moet de teruggaaf veel hoger zijn. X verwijst daartoe naar zijn voorlopige jaarafrekening 2018 van het Centraal Administratiekantoor (CAK), waaruit volgt dat het ABP € 4334 aan 'Zvw-bijdrage' heeft ingehouden. Rechtbank Zeeland-West-Brabant handhaaft de teruggaaf op € 153.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de pseudo-premies die door het CAK worden geïnd losstaan van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet die door de Belastingdienst wordt geïnd. Het CAK noemt deze pseudo-premies weliswaar verwarrend de ‘Zvw-bijdrage’, maar dat maakt deze bijdrage nog niet de inkomensafhankelijke bijdrage die de Belastingdienst int. X moet zich dus tot het CAK wenden als hij het niet eens is met de hoogte van de pseudo-premies. De inspecteur, de rechtbank en het hof zijn niet bevoegd over de pseudo-premies te oordelen. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Zorgverzekeringswet 69

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

18

Gerelateerde artikelen