Belanghebbende, X, is gebruiker van een praktijkruimte in de gemeente Bladel. In geschil is de aanslag BIZ-bijdrage 2015.
Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van X tegen de aanslag BIZ-bijdrage 2015 ongegrond. De verordeningen zijn op rechtsgeldige wijze in werking getreden. Verder is er een afdwingbepaling in de Uitvoeringsovereenkomst opgenomen, is er een draagvlakmeting verricht en heeft de meerderheid van de bijdrageplichtigen gestemd vóór het instellen van een BI-zone. Nu het pand van X is gelegen in de BI-zone, is X terecht in heffing van BIZ-bijdrage betrokken. De rechtbank overweegt dat er geen directe relatie is vereist tussen de heffing en het individuele profijt dat een ondernemer heeft van de voorzieningen en activiteiten die met de opbrengst van de heffing worden gerealiseerd. De omstandigheid dat X de onroerende zaak slechts twee dagen per week gebruikt, maakt dit niet anders.
Wetsartikelen:
Wet op de bedrijveninvesteringszones 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 14 januari