Eiseres, X bv, is eigenaar van twee gedeelten van een parkeergarage uit 1976, twee traforuimten en een half ondergronds gelegen parkeergarage uit 2007. In geschil zijn de WOZ-waarden 2010 van deze vijf onroerende zaken.
Rechtbank Arnhem oordeelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen de WOZ-waarden voor de (delen van een) parkeergarage uit 1976, van twee traforuimten en een half ondergronds gelegen parkeergarage uit 2007 aannemelijk heeft gemaakt. De gemeente heeft gebruik gemaakt van de Taxatiewijzers voor Parkeren en Nutsvoorzieningen en heeft bij de waardering redelijke uitgangspunten gehanteerd, aldus de rechtbank. X bv heeft niet gesteld dat er sprake is van zodanig duurzame verliezen bij de exploitatie van de parkeergarage, veroorzaakt door de economische situatie in deze branche, dat op grond daarvan in dit geval niet van de gecorrigeerde vervangingswaarde zou moeten worden uitgegaan maar van de bedrijfswaarde. De rechtbank verwerpt de stelling van X bv dat zij slechts het bloot eigendom van de parkeergarage heeft. De rechtbank overweegt dat X bv wel degelijk eigenaar is. Weliswaar mag zij voor de parkeergarage geen vergoeding vragen, maar dit is het gevolg van een kettingbeding met de vereniging van eigenaren van de appartementen. Conclusie is dat X bv een persoonlijk gebruiksrecht heeft met betrekking tot de parkeergarage (Rechtbank Arnhem 19 januari 2010, nr. AWB 09/666, LJN: BU3528). Het beroep van X bv is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Arnhem