Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X recht heeft op de maximale dwangsom omdat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op zijn verzoek met betrekking tot de KOT. Verder moet de Belastingdienst binnen twee weken beslissen op het verzoek van X.
Belastingdienst/Toeslagen kent aan X een vergoeding van € 30.000 toe in verband met zijn situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Daarbij meldt de Belastingdienst dat de situatie nog niet helemaal beoordeeld is en dat X mogelijk recht heeft op een aanvullend bedrag. X gaat in beroep, omdat de Belastingdienst niet tijdig een besluit neemt op zijn verzoek.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X recht heeft op de maximale dwangsom omdat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op zijn verzoek met betrekking tot de KOT. Verder moet de Belastingdienst binnen twee weken beslissen op het verzoek van X. De dwangsom wordt daarbij bepaald op € 100 per dag met een maximum van € 15.000.
De rechtbank gaat daarbij voorbij aan het verzoek van X om de bedragen te verdubbelen en het verzoek van de Belastingdienst om de bedragen te matigen. Ook het verzoek van de Belastingdienst om een beslistermijn van 13 weken te verlenen, wordt verworpen. Volgens de rechtbank wacht X al zeer lange tijd op de herbeoordeling van zijn zaak en heeft de Belastingdienst inmiddels meer dan genoeg tijd gehad om de situatie te beoordelen.
Verder is het ook een keuze van de Belastingdienst om pas voor de betrokkene in actie te komen op het moment dat er een rechterlijke uitspraak ligt. Een verlenging van de beslistermijn lijkt in een dergelijke situatie niets op te lossen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:55d
Algemene wet bestuursrecht 6:12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Carrousel: Carrousel