Belanghebbende, X, stelt beroep in tegen een uitspraak van de gemeente Weert over de WOZ-waarde 2012 van zijn woning. Het proces-verbaal van de rechtbankzitting vermeldt dat de gemachtigde van X het beroep heeft ingetrokken nadat partijen overeenstemming hadden bereikt over de WOZ-waarde en een vergoeding van (een deel van) de proceskosten. X stelt hoger beroep in. Omdat er nog geen overeenstemming bestond over de hoogte van de proceskosten, had de rechtbank zich daarover met toepassing van art. 8:75a Awb (tekst tot 1 juli 2013) moeten uitspreken, aldus X.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank de beroepsprocedure ten onrechte heeft afgesloten met een verkort proces-verbaal van de zitting. Partijen verklaren eensluidend dat het proces-verbaal van de zitting niet juist is op het punt van de proceskostenvergoeding. De rechtbank moet volgens het hof alsnog hetzij a) in een uitspraak vastleggen dat het bij de rechtbank ingestelde beroep wel is ingetrokken (vgl. HR 23 september 2011, nr. 11/00372, V-N 2011/47.7) hetzij (b) in een uitspraak zijn oordeel over het verzoek om proceskostenvergoeding vastleggen. Het hof stuurt het dossier terug naar de rechtbank. Het hoger beroep van X is niet-ontvankelijk omdat er geen uitspraak was die voor beroep vatbaar was.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27h