Belanghebbende, X, verschilt met de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam van mening over de hoogte van de WOZ-waarde 2012 van het hoofdgebouw van een academisch ziekenhuis waarvan hij eigenaar en gebruiker is.
Rechtbank Noord-Holland verlaagt de WOZ-waarde van het hoofdgebouw van het academische ziekenhuis met € 26,8 miljoen naar ruim € 247 miljoen. De rechtbank acht het niet correct dat de gemeente oudere bouwdelen waardeert conform de kengetallen uit de taxatiewijzer, maar voor nieuwere delen aansluit bij de (hogere) werkelijke investeringskosten. De kengetallen uit de taxatiewijzer houden immers al rekening met dure bouwdelen als operatiekamers en energiegebouwen. Verder is de rechtbank met X van oordeel dat een indexatie van de kengetallen (zoals de gemeente die heeft toegepast) gelet op de dalende markt in de bouwsector niet op zijn plaats is. De stelling van X dat in de kengetallen ten onrechte installaties zijn meegenomen die vallen onder de werktuigenvrijstelling, wordt door de rechtbank echter verworpen. Hetzelfde geldt voor de stelling van X dat de vervangingswaarde van de opstallen gecorrigeerd moet worden wegens schaalvoordeel. Ten slotte volgt de rechtbank het standpunt van de gemeente dat bij een onroerende zaak als een ziekenhuis dat aan hoge eisen moet voldoen op het gebied van veiligheid en kwaliteit gerekend kan worden met een restwaarde hoger dan nihil zolang er nog geen sprake is van voorgenomen sloop.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17-3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 24 april