Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger heeft bedoeld de beschikking te verminderen. Er is evenwel geen sprake van een voor de inlener kenbare verschrijving in de uitspraak op bezwaar. Het beroep is daarom in zoverre gegrond.

Belanghebbende, X vof, heeft in 2006 een aantal werknemers van A bv bij haar laten werken. In geschil is of X vof door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor de onbetaald gebleven loonheffing van de inmiddels failliete A bv. De hoogte van de aansprakelijkstelling is € 16.059. Ondanks dat in het hoorverslag is opgenomen dat de aansprakelijkstelling zou worden verminderd naar € 7.526, wijst de ontvanger het bezwaar van X vof geheel af.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger heeft bedoeld de beschikking te verminderen naar € 7.526. Er is geen sprake van een voor X vof kenbare verschrijving in de uitspraak op bezwaar. Nu uit de uitspraak op bezwaar niet blijkt dat het bezwaar gegrond is verklaard, is het beroep van X vof dus in zoverre gegrond. X vof stelt vergeefs dat de aansprakelijkstelling na overlegging van de gegevens van een anonieme werknemer voor 90% gematigd had moeten worden, omdat 90% van de uren betrekking heeft op deze werknemer. Matiging op grond van art. 34, § 8, lid 2 Leidraad invordering 2008 leidt namelijk niet tot vermindering van de volledige loonheffingen. Voor het overige maakt de ontvanger aannemelijk dat X vof aansprakelijk kan worden gesteld voor € 7.526.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 34

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Invordering

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 24 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen