Hof Amsterdam oordeelt dat van een verschoonbare termijnoverschrijding in de beroepsfase geen sprake kan zijn nu X pas vier weken nadat hij de uitspraken op bezwaar heeft gekregen van de curator beroep heeft ingesteld. In algemeen geldt hiervoor een termijn van twee weken, aldus het hof. X heeft dus niet zo spoedig als redelijkerwijs kon worden verlangd, beroep ingesteld.

Belanghebbende, X, heeft buiten de termijn bezwaar gemaakt tegen aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2004 tot en met 2007. In geschil is de ontvankelijkheid van de bezwaren van X tegen de aanslagen 2004 en 2005 en de beroepen tegen de aanslagen 2006 en 2007.

Hof Amsterdam oordeelt dat van een verschoonbare termijnoverschrijding in de beroepsfase geen sprake kan zijn nu X pas vier weken nadat hij de uitspraken op bezwaar heeft gekregen van de curator beroep heeft ingesteld. In algemeen geldt hiervoor een termijn van twee weken, aldus het hof. X heeft dus niet zo spoedig als redelijkerwijs kon worden verlangd, beroep ingesteld. De rechtbank heeft de beroepen 2004 en 2005 op grond van het voorgaande terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het hof volgt ook de beslissing van de rechtbank dat de inspecteur de bezwaren over de jaren 2004 en 2005 terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens termijnoverschrijding. Het hof volgt de conclusie van de rechtbank dat de aanslagen X niet persoonlijk hebben bereikt omdat hij ten tijde van het verzenden van de aanslagen op een ander adres dan het gba-adres verbleef. Onder deze omstandigheden is de termijnoverschrijding niet verschoonbaar. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 24 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen