Rechtbank Den Haag neemt het te late wrakingsverzoek toch in behandeling gelet op de gezondheidstoestand van X. Inhoudelijk wijst de rechtbank het verzoek af.

Belanghebbende, X, dient na afloop van een zitting bij Rechtbank Den Haag een wrakingsverzoek in. X stelt dat hij het gevoel heeft dat hij tijdens de zitting is ondergesneeuwd door het optreden van de rechter.

De wrakingskamer van Rechtbank Den Haag neemt het te late wrakingsverzoek van X toch in behandeling. X heeft na de zitting van 9 oktober 2018 pas op 15 oktober 2018 een wrakingsverzoek ingediend. Dit is te laat, maar vanwege de gezondheidstoestand van X en het feit dat hij niet langer beschikte over rechtsbijstand, verklaart de rechtbank het verzoek toch ontvankelijk. De wrakingskamer wijst het verzoek tot wraking vervolgens af. De wrakingskamer merkt op dat de wrakingsprocedure niet is bedoeld voor de klachten van X over de manier waarop hij door de rechter is bejegend. Het gevoel van X dat hij niet is gehoord door de rechter blijkt niet uit objectieve factoren. Dat de zitting voor hem mogelijk overweldigend en ingewikkeld is geweest, is onvoldoende om aan te nemen dat de rechter tekort is geschoten in de bejegening en dat daardoor de schijn van partijdigheid zou zijn gewekt. De door X overgelegde medische verklaring maakt dit oordeel niet anders.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 3 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen