De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte heeft verzuimd te motiveren waarom hij het verzoek van belanghebbenden om het dossier aan te vullen heeft afgewezen.

Belanghebbenden stellen beroep in cassatie in tegen een uitspraak van Hof Den Haag. Zij stellen onder meer dat het hof art. 8:42 Awb heeft geschonden doordat het hof heeft miskend, althans niet nader heeft onderzocht, of de inspecteur alle op de zaak betrekking hebbende stukken in het geding heeft gebracht. Belanghebbenden menen namelijk dat dit niet het geval is.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte heeft verzuimd te motiveren waarom hij het verzoek van belanghebbenden om het dossier aan te vullen heeft afgewezen. De Hoge Raad stelt voorop dat een rechter in principe gehoor moet geven aan een gemotiveerd verzoek van een belanghebbende om een bepaald stuk te overleggen. Als een rechter echter besluit een dergelijk verzoek af te wijzen, bijvoorbeeld omdat onvoldoende duidelijk is op welk stuk het betrekking heeft, dan moet hij de beslissing en de gronden waarop zij berust vermelden in zijn uitspraak. Het hof heeft dit verzuimd. Tot cassatie kan dit echter niet leiden omdat het verzoek van belanghebbenden onvoldoende concreet en gemotiveerd was. Het beroep in cassatie is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet bestuursrecht 8:31

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 9 juli

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen