Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat woonruimten op een recreatieterrein die voor langere tijd zijn verhuurd aan arbeidsmigranten niet langer zijn aan te merken als voor recreatiedoeleinden bestemde woonruimten.
Belanghebbende, X bv, is gebruiker van een recreatieterrein met 55 recreatiewoningen waarvan er 39 worden verhuurd aan arbeidsmigranten. In geschil is de aanslag zuiveringsheffing die aan X bv is opgelegd. X bv stelt primair dat het centrumgebouw met horeca en zwembad alsmede zeven recreatiewoningen niet bij haar in gebruik zijn. De 39 woningen die worden verhuurd aan arbeidsmigranten kunnen daardoor niet langer aangemerkt worden als voor recreatiedoeleinden bestemde woonruimte, aldus X bv subsidiair.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat woonruimten op een recreatieterrein die voor langere tijd zijn verhuurd aan arbeidsmigranten niet langer zijn aan te merken als voor recreatiedoeleinden bestemde woonruimten. Dit betekent dat de 39 recreatiewoningen die worden bewoond door arbeidsmigranten niet bij X bv in de heffing kunnen worden betrokken, maar bij de arbeidsmigranten zelf. Het hof vermindert de aanslag zuiveringsheffing met de vervuilingseenheden die behoren bij het waterverbruik van deze 39 woningen. Het primaire standpunt van X bv dat een deel van het recreatiepark niet door haar wordt geëxploiteerd, verwerpt het hof. Het hoger beroep van X bv is gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 9 juli
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief