Hof 's-Gravenhage oordeelt in navolging van Rechtbank Middelburg dat de reclamebelasting van de gemeente Hulst geen willekeurige of onredelijke heffing oplevert.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een pand in de gemeente Hulst. Het pand is voorzien van openbare aankondigingen met een oppervlakte van 7 m². In geschil is de aanslag reclamebelasting van € 1000 die de heffingsambtenaar van de gemeente Hulst aan X heeft opgelegd.

Hof 's-Gravenhage oordeelt in navolging van Rechtbank Middelburg dat de reclamebelasting van de gemeente Hulst geen willekeurige of onredelijke heffing oplevert. Het staat de gemeente vrij om de opzet van de reclamebelasting te beperken tot het centrum van de gemeente om zo de aantrekkelijkheid van dit gebied te vergroten (HR 21 juni 2000, nr. 33 816, BNB 2000/272). Het pand van X is gelegen in het centrumgebied. De heffingsambtenaar heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de opbrengst van de reclamebelasting via een subsidieregeling terugvloeit aan ondernemers als X. De heffingsambtenaar heeft eveneens aannemelijk gemaakt dat uit de opbrengst van de reclamebelasting ook activiteiten en lasten worden gedekt die ten goede komen aan het heffingsgebied zoals zogeheten vestingsdagen, een kerstmarkt en feestverlichting. Het hof overweegt nog dat de voorwaarden waarop en de mate waarin ieder van de ondernemers profijt kan hebben van de subsidie is voorbehouden aan de gemeenteraad. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Gravenhage

2

Gerelateerde artikelen