Belanghebbende, de heer X, woont samen met zijn echtgenote officieel in een huurwoning. Op 128 km afstand hebben zij een recreatiewoning gekocht. In geschil is of deze woning als eigen woning in fiscale zin heeft te gelden. In de IB-aangifte over 2014 is hiervoor € 346 aangegeven als eigenwoningforfait en is € 5.901 afgetrokken wegens rente en kosten van geldleningen. Volgens X verblijven zij slechts vanwege hun beider werkzaamheden in de huurwoning en speelt hun echte sociale leven zich in en rond de koopwoning af. De inspecteur stelt dat dit met name niet strookt met de cijfers van het energie- en waterverbruik.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de huurwoning als werkelijk hoofdverblijf heeft te gelden. In tijd genomen verblijven zij daar namelijk het meest. X stelt met betrekking tot het gasverbruik vergeefs dat de verwarming in de huurwoning ook aanstaat als ze er niet zijn. Het is op basis van de bankafschriften ook niet aannemelijk dat vrijwel alle boodschappen in de omgeving van de koopwoning worden gedaan. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111