Rechtbank Arnhem overweegt dat de rijnvarende kapitein X niet premieplichtig is in Nederland.

Belanghebbende, X, heeft de Nederlandse nationaliteit en woonde in het jaar 2003 in Nederland. X is in dat jaar als kapitein werkzaam in loondienst van D GmbH, gevestigd te Zwitserland. X heeft gewerkt op het motortankschip E. Het schip is voorzien van een certificaat als bedoeld in artikel 22 van de Herziene Rijnvaartakte van 17 oktober 1868 en dat met winstoogmerk is gebruikt voor vrachtvervoer. Het schip is in eigendom van F. Op de afgegeven Rijnvaartverklaring is zowel F als G SA te Luxemburg ingevuld bij "Exploitant". G SA is voor 99% een dochteronderneming van H bv. X beschikt voor 2003 over een zogenoemde E-101 verklaring die de Zwitserse autoriteiten op 30 oktober 2006 hebben afgegeven. Volgens deze verklaring is op X in het jaar 2003 de Zwitserse wetgeving inzake de sociale zekerheid van toepassing. In zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2003 verzoekt X om vrijstelling van premieheffing voor de volksverzekeringen. De inspecteur weigert deze vrijstelling. X komt in beroep.

Rechtbank Arnhem overweegt dat X is vrijgesteld van premieplicht voor de volksverzekeringen in Nederland. De rechtbank acht aannemelijk dat een ander dan de eigenaar van het schip als exploitant in de zin van het Rijnvarendenverdrag kan worden aangemerkt. Deze exploitant, G SA, is in Luxemburg gevestigd. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing

Instantie: Rechtbank Arnhem

2

Gerelateerde artikelen