Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Roemenië in strijd met het EU-recht handelt door voor vorderingen tot BTW-teruggaaf te voorzien in minder gunstige procedureregels. Voor andere heffingen is teruggaaf wel mogelijk als een bankgarantie is gesteld.

Philips Orăştie SRL is het niet eens met een belastingaanslag waarbij de Roemeense Belastingdienst vordert dat Philips BTW en aanvullende fiscale verplichtingen betaalt. Philips maakt daarom bezwaar en overlegt daarbij een bankgarantieverklaring. De Belastingdienst wijst het bezwaar af. Philips voert vervolgens aan dat het wetboek fiscaal procesrecht opschortende werking toekent aan de uitvoering van fiscale verplichtingen die zijn opgelegd bij belastingaanslagen waartegen is opgekomen en waarvoor een bankgarantieverklaring is overgelegd. Deze regel moet dan ook gelden wanneer die betalingsverplichtingen betrekking hebben op een BTW-naheffing. De Roemeense rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Roemenië in strijd met het EU-recht handelt door voor vorderingen tot BTW-teruggaaf die zijn gebaseerd op schending van het gemeenschappelijke BTW-stelsel te voorzien in minder gunstige procedureregels. Voor soortgelijke vorderingen die zijn gebaseerd op andere belastingen en heffingen dan de BTW, gelden gunstigere regels. Wanneer een bankgarantie is gesteld kan in dergelijke gevallen namelijk wel een teruggaaf worden verkregen.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 14 februari

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen