Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat acupuncturisten die (achteraf bezien) ten onrechte omzetbelasting in rekening hebben gebracht, aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding.

Belanghebbende, X, heeft acupunctuurbehandelingen verricht en ter zake daarvan omzetbelasting voldaan. Niet meer in geschil is dat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard en dat de omzetbelasting moet worden teruggegeven. X heeft om schadevergoeding verzocht omdat hij op grond van het Besluit van 14 mei 2013, Stcrt. 2013, 13136 gedwongen was om meer omzetbelasting in rekening te brengen en op aangifte te voldoen dan hij op grond van de btw-richtlijn was verschuldigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat acupuncturisten die (achteraf bezien) ten onrechte omzetbelasting in rekening hebben gebracht, aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding. Dat deze beroepsgroep op aangifte een te hoog bedrag aan omzetbelasting heeft voldaan is te wijten aan een aan de inspecteur toe te rekenen onrechtmatigheid. Dit omdat de in het besluit van de staatssecretaris verwoorde opvatting dat de vrijstelling van art. 11, lid 1, aanhef en onderdeel g, ten eerste, onderdeel a Wet OB 1968 niet gold voor acupuncturisten in strijd is gebleken met het doel van de btw-richtlijn (Hof 's-Hertogenbosch 11 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3527, V-N 2015/65.24.14). In dit geval wijst de rechtbank het verzoek om schadevergoeding echter af, reeds omdat X de door hem gestelde kosten en omzetderving niet aannemelijk heeft gemaakt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

2

Gerelateerde artikelen