Belanghebbende, X cv, exploiteert een besloten nachtclub/seksclub. A, is beherend vennoot van X cv. Bezoekers van de club kunnen aan de bar iets drinken en kunnen gebruikmaken van de diensten van de aanwezige sekswerkers. Naar aanleiding van een boekenonderzoek wordt X cv aangemeld voor strafrechtelijk onderzoek door de FIOD, omdat een vermoeden is gerezen van het verzwijgen van omzet en het onjuist doen van VPB-, LH-, en BTW-aangiften. De inspecteur legt vervolgens LH-naheffingsaanslagen op van in totaal € 2,5 mln. Na bezwaar worden ze verminderd tot in totaal € 2 mln. X cv gaat in beroep. In geschil is of de naheffingsaanslagen zijn gebaseerd op een redelijke schatting.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de schattingen van de inspecteur over de verzwegen omzet van de nachtclub/seksclub redelijk zijn. Deze zijn namelijk onder andere gebaseerd op verklaringen van A dat 50% van de omzet niet in de administratie is verantwoord. Deze verklaringen zijn meermaals, op verschillende dagen en op uitdrukkelijke wijze door A gedaan. Hetgeen A daartegen in brengt, dat uit de verklaringen het tegendeel blijkt, dat deze verklaringen zijn uitgelokt door de FIOD en dat hij niet beschikt over boekhoudkundige kennis, kunnen hem niet baten. Er zijn namelijk gelijkluidende verklaringen afgelegd en uit niets blijkt dat de verklaringen zijn uitgelokt of dat uit de door A geciteerde verklaringen het tegendeel zou blijken. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 5 september