Hof Amsterdam ziet in de schending van de hoorplicht door de heffingsambtenaar in een WOZ-procedure geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding omdat X door de schending niet is benadeeld.

X is het niet eens met de WOZ-waarde 2017 van zijn woning. In hoger beroep is nog in geschil of de hoorplicht is geschonden en zo ja wat daarvan de consequenties moeten zijn.

Hof Amsterdam ziet in de schending van de hoorplicht door de heffingsambtenaar in een WOZ-procedure geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding omdat X door de schending niet is benadeeld. Nu X onbetwist stelt de uitnodiging voor de hoorzitting niet te hebben ontvangen, doet zich een schending van de hoorplicht voor omdat X niet in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord. Het hof stelt vast dat tussen partijen in de bezwaarfase geen verschil van mening bestond over de feiten en de waardering daarvan: enkel de rechtsvraag of een verhoging van de aankooprijs (in verband met de prijsontwikkeling tussen aankoopdatum en peildatum) mogelijk was hield hen verdeeld. Nu X bovendien in beroep en hoger beroep haar bezwaren schriftelijk uiteen heeft kunnen zetten en mondeling heeft kunnen toelichten, is zij niet benadeeld door de schending van de hoorplicht en zal aan dit vormverzuim daarom met toepassing van art. 6:22 Awb voorbij worden gegaan (vgl. Hoge Raad 18 april 2003, 37790, V-N 2003/31.7). Onder deze omstandigheden ziet het hof geen aanleiding tot toekenning van een proceskostenvergoeding. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 6:22

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 18 februari

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen