Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat onder het begrip schuldhulpverlening niet alleen de hulp bij het oplossen van problematische schulden valt, maar ook de schuldpreventie. De werkzaamheden van de bv's vallen dus onder de btw-vrijstelling.
X1 bv en X2 bv zijn een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De bv's houden zich bezig met inkomensbeheer, bewindvoering en curatorschap. Volgens de bv's is sprake van schuldhulpverlening in de zin van art. 11-1-f Wet OB 1968. De inspecteur weerspreekt dit en legt diverse naheffingsaanslagen en verzuimboetes op. Niet (meer) in geschil is dat de bv's geen bewindvoerders zijn in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling en dat de boetes alsnog kunnen vervallen.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat onder het begrip schuldhulpverlening niet alleen de hulp bij het oplossen van problematische schulden valt, maar ook de schuldpreventie. De werkzaamheden van de bv's vallen dus onder de btw-vrijstelling (art. 11-1-f Wet OB 1968). Dit is conform een eerdere soortgelijke uitspraak (zie V-N 2019/2.2.3), waarover inmiddels een hoger beroep loopt. Vanwege dit beroep is het thans niet zinvol om prejudiciële vragen te stellen. De beroepen van de bv's zijn gegrond. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgen de bv's samen één immateriële schadevergoeding van € 2500. De bv's claimen vergeefs vergoeding van hun werkelijke proceskosten.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 28 februari