UPM France exploiteert een warmte-krachtkoppelingsinstallatie met aardgas als brandstof van haar papierproductie. De elektriciteit die daarbij wordt opgewekt, wordt gebruikt in een verder proces waarbij warmte wordt geproduceerd. Over het aardgas moet UPM binnenlandse belasting op het verbruik van aardgas (TICGN) betalen. Onder bepaalde voorwaarden geldt een vrijstelling voor de TICGN. UPM voldoet echter niet aan alle voorwaarden, zodat zij een beroep doet op EG-richtlijn 2003/96. De TICGN-vrijstelling zou dan gelden voor het aandeel van het gas dat UPM verbruikt voor de opwekking van elektriciteit die in haar eigen verdere productieprocessen wordt aangewend. De Franse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Advocaat-generaal Sharpston concludeert dat de vrijstelling voor een onderneming die voor eigen gebruik elektriciteit produceert, restrictief moet worden uitgelegd. Deze vrijstelling is namelijk een afwijking van de verplichte vrijstelling van art. 14 lid 1 onderdeel a eerste zin EG-richtlijn 2003/96. Verder merkt de A-G op dat deze vrijstelling alleen kan worden ingeroepen wanneer een algemene belasting op elektriciteit wordt geheven conform EG-richtlijn 92/12, en Frankrijk een vrijstelling voor de opwekking van elektriciteit voor eigen gebruik door kleine producenten kent.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Milieuheffingen
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 27 mei