Rechtbank Gelderland oordeelt dat de schattingen van de inspecteur niet redelijk zijn voor wat betreft de onbenoemde contante uitgaven van € 50.000 en kosten voor levensonderhoud van in totaal € 250.000. De hoogte hiervan is namelijk niet onderbouwd met controleerbare gegevens.

De heer X is volgens een strafrechtelijk onderzoek betrokken bij de productie van synthetische drugs en/of de handel hierin. Vanwege onverklaarde contante bankstortingen rijst ook de verdenking van witwassen. Een getuige verklaart dat X € 250.000 heeft geïnvesteerd in een Hongaarse onderneming. X beschikt daarnaast over een buitenlandse betaalkaart waarmee op grote schaal betalingen in Nederland worden gedaan. In geschil zijn diverse IB-navorderingsaanslagen, alsmede de vergrijpboetes.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de schattingen van de inspecteur niet redelijk zijn voor wat de betreft de onbenoemde contante uitgaven van € 50.000 en kosten voor levensonderhoud van in totaal € 250.000. De hoogte hiervan is namelijk niet onderbouwd met controleerbare gegevens. De navorderingsaanslagen worden in zoverre verminderd. De 50% boetes zijn in beginsel terecht omdat aannemelijk is dat X veel contante inkomsten heeft genoten en deze op geen enkele wijze heeft verantwoord in zijn IB-aangiften. De boetes worden gematigd met 5% in verband met het overschrijden van de redelijke termijn. De beroepen van X zijn deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 27 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen