X staat ingeschreven bij de kamer van koophandel als eenmanszaak die handelt in rest- en faillissementspartijen. Uit strafrechtelijk onderzoek volgt echter dat X auto's ophaalt in Duitsland en verkoopt aan een Nederlands autobedrijf. X krijgt een naheffingsaanslag opgelegd, omdat blijkt dat hij in Duitsland afnemer is van intracommunautaire leveringen tegen het nultarief, maar deze niet in Nederland aangeeft als intracommunautaire verwerving. Een getuige verklaart dat X zelf bij de aan- en verkoop van auto's aanwezig is, mede onderhandelt en mede bepaalt welke auto gekocht wordt. X ondertekent ter plekke stukken en betaalt aankopen (contant). Ook reikt de eenmanszaak facturen uit. In geschil is of X btw-ondernemer is en of hij de naheffings-btw verschuldigd is.
Hof Leeuwarden is van oordeel dat dit het geval is, omdat uit objectieve feiten blijkt dat X economische activiteiten verricht. Het oogmerk of het resultaat van de door hem verrichte handelingen zijn daarbij niet van belang.