Belanghebbende heeft een schip dat qua bouw en inrichting bestemd is voor het duwen van slepen van andere schepen. Hij gebruikt de boot als recreatievaartuig en beschikt sinds 2003 over een ligplaatsvergunning voor het schip als zijnde recreatievaartuig. Belanghebbende krijgt havengeld in rekening gebracht voor de toegekende ligplaatsvergunning voor 2020. Hij stelt onder andere dat het tariefonderscheid tussen emissieloze (€ 114,70) en niet-emissieloze (€ 415,00) vaartuigen, zoals de zijne, disproportioneel is.
Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat met de gemaakte tariefdifferentiatie tussen emissieloze en niet-emissieloze vaartuigen een legitiem doel in het algemeen belang wordt nagestreefd en van een onderscheid tussen feitelijke en rechtens gelijke gevallen geen sprake is. Vergroening van het vervoer te water is een legitiem doel. De keuze van de gemeentelijke wetgever om tarieven niet te koppelen aan brandstofverbruik of- soort is niet van iedere redelijke grond ontbloot. De keuze van de gemeentelijke wetgever is niet dermate onevenredig voor belanghebbende in verhouding tot het te dienen doel met de tariefdifferentiatie dat de gemeentelijke verordening onverbindend zou moeten worden geacht.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 31 december