X is eigenaar van een woonboerderij. In 1986 verbouwt hij de woonboerderij zonder vergunning. In 2019 vraagt X een vergunning aan om de woonboerderij te kunnen gebruiken als museum met een theetuin. Vervolgens breidt X het vergunningsverzoek uit voor de legalisatie van het illegale bouwwerk uit 1986. X ontvangt een legesaanslag. De heffingsambtenaar berekent de leges aan de hand van de Tarieventabel 2019. X vindt dat de heffingsambtenaar moet rekenen met de bouwkosten uit 1986. Daarnaast moet de heffingsambtenaar de categorie ´showroom´ uit de Tarieventabel gebruiken, omdat de uitbreiding ziet op de theetuin.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant constateert dat vergunningsaanvraag in 2019 is ingediend en in behandeling is genomen. Het belastbaar feit vindt daarom plaats in 2019 en niet in 1986. De heffingsambtenaar mag daarom uitgaan van de Tarieventabel 2019. Het feit dat het bouwwerk in 1986 illegaal is gebouwd doet hier niet aan af. De verbouwing zag destijds op uitbreiding van de woonboerderij. X brengt onvoldoende naar voren om te concluderen dat de uitbreiding feitelijk ziet op de theetuin. De heffingsambtenaar hanteert daarom terecht categorie 2.1 uit de Tarieventabel ´uitbreiding woonruimte-dakopbouw´.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant