Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heer X de waarde van het schilderij van € 9 miljoen - ondanks de kritiek van de inspecteur op de summiere taxatie - aannemelijk maakt.

De heer X is na het overlijden van zijn vader voor 1/15e deel eigenaar van een kostbaar 17e eeuws schilderij, zijnde een boslandschap van Hobbema. In 2014 schenken de grootouders van X het schilderij aan het Rijksmuseum door middel van een periodieke gift. Volgens X is het schilderij door een groot veilinghuis getaxeerd op een waarde in het economisch verkeer van € 9 miljoen en hij trekt daarom in zijn IB-aangifte over 2014 € 85.714 als periodieke gift af. In geschil is de correctie hiervan door de inspecteur, die stelt dat de waarde van het schilderij slechts € 4,5 miljoen is conform een taxatie uit 2010.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X de waarde van € 9 miljoen – ondanks de kritiek van de inspecteur op de summiere taxatie –per aannemelijk maakt. De inspecteur is namelijk zelf geen ter zake erkend deskundige en heeft zijn stellingen ook niet laten onderbouwen door een deskundige of taxateur. De waardestijging sinds 2010 is door de taxateur van het veilinghuis voldoende onderbouwd. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.38

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 7 oktober

Carrousel: Carrousel

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen