Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X voor de invorderingsrente eerst een apart verzoek bij de ontvanger moet indienen, zodat dit geschilpunt niet in de onderhavige procedure beslecht kan worden.

De heer X krijgt in de bezwaar- en beroepsfase voor twee auto’s BPM-teruggaven. In hoger beroep claimt X vergoeding van invorderingsrente hierover, alsmede vergoeding van rente over het bij de rechtbank betaalde griffierecht vanaf de datum van betaling hiervan.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X voor de invorderingsrente eerst een apart verzoek bij de ontvanger moet indienen, zodat dit geschilpunt niet in de onderhavige procedure beslecht kan worden. De rechtbank had in haar uitspraak  moeten opnemen dat X over de vergoeding van het griffierecht recht heeft op rente vanaf vier weken na de datum waarop de rechtbank uitspraak heeft gedaan (zie HR 19 april 2019, 18/01623, V-N 2019/21.12, r.o. 2.4.2). Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 28c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 7 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen