Hof Amsterdam overweegt dat de heffingsambtenaar te laat (pas na 17 maanden) uitspraak op bezwaar heeft gedaan, maar verbindt hieraan geen consequenties.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een twee-onder-één-kapwoning in de gemeente Hilversum. In geschil is de WOZ-waarde van de woning voor het belastingjaar 2007 (waardepeildatum 1 januari 2005). Rechtbank Amsterdam heeft deze waarde in beroep verlaagd van € 579.000 naar € 529.000.

Hof Amsterdam overweegt dat de heffingsambtenaar te laat (pas na 17 maanden) uitspraak op bezwaar heeft gedaan, maar verbindt hieraan geen consequenties. De termijnoverschrijding kan niet leiden tot vernietiging van de WOZ-beschikking of een vermindering van de WOZ-waarde. X had op grond van art. 6:2, onderdeel b, Awb wel eerder beroep kunnen instellen bij de rechtbank. De door X bepleite niet-ontvankelijkverklaring van de heffingsambtenaar in de procedure bij de rechtbank kent het fiscale procesrecht niet. Het hof stemt in met het oordeel van de rechtbank dat de WOZ-waarde van € 529.000 niet te hoog is voor de woning van X. De heffingsambtenaar heeft volgens het hof voldoende rekening gehouden met het feit dat de woning langs een spoorlijn is gelegen. Het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel faalt.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

2

Gerelateerde artikelen