Belanghebbende, X, is in gemeenschap van goederen gehuwd met A. In april 2004 is het huwelijk ontbonden. Tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren twee lijfrenteverzekeringen. Deze zijn toegescheiden aan A. Ter verrekening van de helft van de waarde van de verzekeringen heeft A in 2006 aan X een bedrag van (afgerond) € 8.718 betaald. De inspecteur heeft een navorderingsaanslag opgelegd, waarin hij dit bedrag tot X' inkomen heeft gerekend. In hoger beroep is in geschil of het ontvangen bedrag terecht tot X' inkomen is gerekend.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur het ontvangen bedrag van € 8.718 terecht tot X' belastbaar inkomen uit werk en woning over het jaar 2006 heeft gerekend. X heeft onder meer gesteld dat het door haar ontvangen bedrag onbelast is op grond van het gelijkheidsbeginsel. Daartoe heeft X gesteld dat belastingheffing normaliter achterwege blijft omdat de inspecteur geen kennis draagt van dergelijke ontvangsten. Met die enkele stelling heeft X niet aannemelijk gemaakt dat in de meerderheid van de met haar situatie vergelijkbare gevallen een juiste wetstoepassing achterwege is gebleven. X' hoger beroep is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 26 februari