De Hoge Raad stemt in met het oordeel van Hof Den Haag dat de gemeente terecht een aanslag afvalstoffenheffing heeft opgelegd aan de bewoonster van een woonzorgcentrum. 

Erflaatster X verblijft in 2012 in een woonzorgcentrum in de gemeente Den Haag. Zij bewoont een woonruimte van 68 m² bestaande uit een kamer, slaapkamer en een douche-/wc-ruimte. In de woonruimte bevindt zich een keukenblok met een kraan en aansluitingen voor een kooktoestel en elektrische apparatuur. De energietoevoer naar het keukenblok is afgesloten. In de procedure van de erven van X is in geschil of de heffingsambtenaar terecht een aanslag afvalstoffenheffing heeft opgelegd. De Hoge Raad stemt in met het oordeel van Hof Den Haag dat de gemeente terecht een aanslag afvalstoffenheffing heeft opgelegd aan de bewoonster van een woonzorgcentrum. De woonruimte in een zorgcentrum is door het hof terecht aangemerkt als een voor het voeren van een particuliere huishouding bestemd perceel waarin geregeld huishoudelijke afvalstoffen ontstaan (vgl. HR 18 september 1991, nr. 27.597, BNB 1991/333). Hieraan kan niet afdoen dat de woonruimte voldoet aan de eisen die in het Bouwbesluit worden gesteld aan ruimten met een gezondheidszorgfunctie, dat de woonruimte geschikt is gemaakt voor het verlenen van verpleeghuiszorg en daarin met het oog op bewoning door intensieve zorg behoevende ouderen bijzondere voorzieningen zijn aangebracht, en dat de energietoevoer naar het in de woonruimte aanwezige keukenblok is afgesloten.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet milieubeheer 15.33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 13 juli

62

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen