X bv, een projectontwikkelaar, koopt in juli 2007 een perceel grond met daarop enkele opstallen waaronder twee bedrijfswoningen. Zij koopt het perceel met het plan om het te gaan herontwikkelen. Na de aankoop sloopt X bv een deel van de opstallen, maakt zij de andere onbewoonbaar, treft zij anti-kraakmaatregelen en plaatst zij een hekwerk om het terrein. Voor de herontwikkeling van het terrein is een wijzing van het bestemmingsplan noodzakelijk. In september 2007 neemt de gemeente hiervoor een voorbereidingsbesluit. Op 1 januari 2009 is het bestemmingsplan nog niet definitief gewijzigd. In geschil is of X bv voor het terrein belastingplichtig is voor de gebruikersbelasting OZB.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de gemeente X bv terecht een aanslag gebruikersbelasting OZB voor het terrein heeft opgelegd. Vaststaat dat X bv een projectontwikkelaar is en op 1 januari 2009 de onroerende zaak aanhield om deze te gaan ontwikkelen. Ook staat vast dat X bv in afwachting van het nieuwe bestemmingsplan diverse voorbereidingshandelingen voor de herontwikkeling heeft uitgevoerd zoals het (laten) opstellen van plannen en bouwkundige ontwerpen en het initiëren van een samenwerkingsverband met de gemeente. Aangezien de onroerende zaak op 1 januari 2009 ter beschikking stond aan X bv en zij deze metterdaad bezigde om daarop de beoogde projectontwikkeling te doen plaatsvinden, is er sprake van gebruik in de zin van de OZB. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv ongegrond en bevestigt de beslissing van de rechtbank.