Belanghebbenden zijn na het overlijden van erflater in 2003 gezamenlijk eigenaar van een vrijstaande woning in de gemeente Zaltbommel. De woning wordt door een van de erfgenamen feitelijk gebruikt. De woning is gelegen in het buitengebied en is niet aangesloten op de gemeentelijke riolering. In geschil is of de gemeente terecht een aanslag rioolheffing heeft opgelegd over het jaar 2014.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de woning in het buitengebied die niet is aangesloten op de gemeentelijke riolering niettemin terecht in de rioolheffing is betrokken. Niet in geschil is dat zowel de watergangen aan beide zijden van de straat waaraan de woning is gelegen, als de watergang aan de achterzijde van het perceel van belanghebbenden in eigendom en beheer zijn bij de gemeente Zaltbommel, dat deze watergangen bijdragen aan de ontwatering van de weg en de omliggende percelen, en dat het perceel van belanghebbenden lager is gelegen is dan de omliggende wegen. Alsdan heeft het perceel van belanghebbenden belang bij nakoming van de gemeentelijke zorgplichten voor hemel- en grondwater genoemd in de artikelen 3.5 en 3.6 van de Waterwet. Gelet daarop is aan belanghebbenden terecht een aanslag in de rioolheffing opgelegd. Hieraan doet niet af dat belanghebbenden door het waterschap zijn aangeslagen voor de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing, aangezien deze heffingen betrekking hebben op andere (belastbare) feiten. De WOZ-waarde van de woning is niet te hoog vastgesteld. Het hof verklaart het hoger beroep van belanghebbenden ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a