Rechtbank Breda oordeelt dat de gemeente Woensdrecht ervoor mag kiezen om zogeheten slaapforensen te betrekken in de heffing van toeristenbelasting.

Belanghebbende, X bv, bezit een aantal bij elkaar behorende gebouwen en verhuurt gemeubileerde kamers aan buitenlandse arbeidskrachten. De huurders zijn werkzaam bij tuinbouwbedrijven in de omgeving. De heffingambtenaar van de gemeente Woensdrecht legt aan X bv een aanslag toeristenbelasting op van € 28.293,30. X bv stelt dat de huurders zijn aan te merken als 'slaapforensen'. Forensen dienen volgens X bv via de forensenbelasting te worden belast. De verordening forensenbelasting van de gemeente is beperkt tot de zogeheten 'woonforensen'.

Rechtbank Breda oordeelt dat de gemeente Woensdrecht ervoor mag kiezen om zogeheten slaapforensen te betrekken in de heffing van toeristenbelasting. Noch de tekst nog de geschiedenis van de totstandkoming van de artikelen 223 en 224 van de Gemeentewet biedt steun voor de stelling van X bv dat de Gemeentewet niet toelaat slaapforensen onder het bereik te brengen van de toeristenbelasting. Het beroep van X bv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Breda

3

Gerelateerde artikelen