Rechtbank Den Haag oordeelt dat de bewijslast voor 2008 tot en met 2014 wordt omgekeerd en verzwaard. X stelt vergeefs dat hij ervan uitging dat de Zwitserse bank wel bronbelasting zou afdragen. Zijn enkele stelling dat het rendement in 2013 en 2014 minder was dan 4%, is ook niet voldoende.

Aan X zijn voor 2006 tot en met 2014 navorderingen in de IB-sfeer opgelegd vanwege een verzwegen banksaldo in Zwitserland. Daarnaast zijn voor 2006 tot en met 2012 vergrijpboeten opgelegd van in totaal € 132.722. Niet in geschil is dat X tot en met 2007 over de betreffende rekening beschikte. Voor de overige jaren heeft de inspecteur de performanceoverzichten van de bank gevolgd.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de bewijslast voor 2008 tot en met 2014 wordt omgekeerd en verzwaard. X stelt vergeefs dat hij ervan uitging dat de bank wel bronbelasting zou afdragen.

In dit licht is dan alleen nog in geschil of de vermogensrendementsheffing van 2013 en 2014 in dit geval een individuele en buitensporige last is. X heeft geen goed inzicht gegeven in zijn volledige inkomens- en vermogenspositie van die jaren. Zijn enkele stelling dat het rendement minder was dan 4%, is niet voldoende. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn worden de boeten wel met 15% gematigd. De beroepen zijn slechts in zoverre gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 10 februari

Carrousel: Carrousel

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen