Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de dienst meer is dan het passief ter beschikking stellen van kamers aan prostituees en dat de dienst ook niet kwalificeert als het gelegenheid bieden tot sportbeoefening.

X bv en Y bv vormen een fiscale eenheid voor de btw en exploiteren een raamprostitutiebedrijf. In geschil is de btw-naheffingsaanslag. Primair wordt gesteld dat sprake is van vrijgestelde verhuur van onroerende zaken. Subsidiair stelt X bv dat haar diensten kwalificeren als het gelegenheid bieden tot sportbeoefening, zodat het 6% tarief van toepassing is. Voorts stelt X bv dat haar diensten aan de (van oorsprong) buitenlandse prostituees niet alhier belast zijn.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de dienst meer is dan het passief ter beschikking stellen van kamers. X bv beschikt namelijk ook de voor het uitoefenen van de raamprostitutie noodzakelijke exploitatievergunning. Het feit dat de klanten zich fysiek inspannen, kenmerkt de dienst van X bv voorts niet als het gelegenheid bieden tot sportbeoefening. Aangezien de zetel van de bedrijfsuitoefening van de prostituees de plaats is waar zij hun diensten daadwerkelijk verrichten, zijn de diensten van X bv aan de buitenlandse prostituees gewoon hier te lande belast. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

1

Gerelateerde artikelen