Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat X niet slaagt in het tegenbewijs dat de auto haar niet gedurende het hele naheffingstijdvak feitelijk ter beschikking stond. De boete van € 3877 is ook passend en geboden.

X woont in Nederland en op 23 oktober 2018 wordt geconstateerd dat zij een BMW met Spaans kenteken op de openbare weg bestuurt. De auto had eerst een Nederlandse kenteken en was door een kennis van haar, de heer A, op 17 mei 2017 naar Spanje geëxporteerd. De auto staat daar op naam van een Spaans bedrijf, waarvan A de dga is. In geschil is de MRB-naheffingsaanslag over 18 mei 2017 t/m 22 oktober 2018, alsmede de 100% verzuimboete van € 3877. Rechtbank Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat zij slechts één keer op verzoek van A in de auto heeft gereden. De auto stond namelijk bij vliegveld Beek, maar zijn vliegtuig week uit naar Eindhoven. Op verzoek van A heeft zij de auto daarom naar Eindhoven gebracht.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de stelling van X niet is onderbouwd met objectief verifieerbare gegevens en dat de feitelijke gang van zaken ook nog steeds ongewis is. Zo is niet duidelijk hoe X naar vliegveld Beek is gereisd, hoe zij aan de sleutels van de BMW is gekomen en of X destijds zelf over een eigen auto beschikte. X slaagt dus niet in het tegenbewijs dat de auto haar niet gedurende het hele naheffingstijdvak feitelijk ter beschikking stond. De boete van 100% is ook passend en geboden. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 24 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen