Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning van X voldoende aannemelijk heeft gemaakt.

X komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-waarde 2020 van zijn woning.

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning van X voldoende aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank vindt de vergelijkingsobjecten goed bruikbaar om de waarde van de woning te onderbouwen. Belangrijk daarbij is dat de heffingsambtenaar voldoende rekening houdt met de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten. Dit heeft de heffingsambtenaar gedaan door de prijs per m² van de woning ruim onder de gecorrigeerde gemiddelde m²-prijs van de vergelijkingsobjecten vast te stellen. Er is verder geen grond om te twijfelen aan de door de taxateur van de heffingsambtenaar berekende oppervlakte van de vergelijkingsobjecten. De stelling van X dat de heffingsambtenaar strategisch heeft gekozen binnen de groep van mogelijke vergelijkingsobjecten ter onderbouwing van een hogere waarde, slaagt niet. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond maar kent X wel een proceskostenvergoeding toe omdat de heffingsambtenaar in bezwaar ten onrechte de erfpachtcorrecties niet heeft verstrekt. X krijgt ook het griffierecht terug.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Wet waardering onroerende zaken 40

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Amsterdam

Editie: 24 januari

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen