Rechtbank Arnhem oordeelt dat de inspecteur over een nieuw feit beschikt voor het opleggen van de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting.

Eiseres, X bv, heeft in 1998 een vervangingsreserve van f 107 845 (€ 48 937) gevormd in verband met de verkoop van een onroerende zaak. In het jaar 2003 wordt X bv ontbonden. De inspecteur legt X bv een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting op in verband met de vrijval van de reserve als gevolg van de ontbinding van X bv. Rechtbank Arnhem oordeelt dat de inspecteur over een nieuw feit beschikt voor het opleggen van de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting. De rechtbank oordeelt dat de belastingdienst geen reden had om aan de aangifte van X bv te twijfelen en hij dus niet gehouden was tot nader onderzoek. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat in de aangifte geen melding wordt gemaakt van de ontbinding van X bv en dat de Kamer van Koophandel ontbinding van een vennootschap niet renseigneert aan de belastingdienst. Pas door een brief van de gemachtigde van X bv aan de nationale ombudsman is de inspecteur op de hoogte geraakt van de ontbinding van X bv. Dit kwalificeert als een nieuw feit. De rechtbank verwerpt de stelling van X bv dat de reserve al in 2002 moest vrijvallen. De belastingdienst maakt namelijk voldoende aannemelijk dat uitstel is verleend tot 2003. Het beroep van X bv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

Editie: 13 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen