X ontvangt een netto-uitkering van circa € 900, maar huurt voor € 1250 een woning met vrijstaande garage. In oktober 2017 wordt in deze schuur een professionele hennepkwekerij met 360 planten aangetroffen. In geschil zijn de (navorderings)aanslagen over 2016 en 2017 in de IB-sfeer, alsmede de 50% vergrijpboetes van € 38.846 en € 28.336.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet de vereiste aangiften heeft gedaan en dat de schattingen van de inspecteur redelijk zijn. De correcties zijn gebaseerd op het politierapport en het vonnis van de strafrechter over de ontnemingsvordering, waaruit volgt dat er zeven oogsten zijn geweest. X stelt vergeefs dat de schuur werd verhuurd aan twee vage kennissen. Vanwege de omkering en verzwaring van de bewijslast, de teelt door de strafrechter voor een relatief korte periode in 2017 bewezen is verklaard, de huidige slechte vermogenspositie van X en het overschrijden van de redelijke termijn worden de boeten gematigd tot € 12.430 en € 9067.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant