Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de overeenkomst en de wijze waarop aan die overeenkomst uitvoering is gegeven, duidt op een kraakwachtsituatie, zodat de woning van X en zijn echtgenote een eigen woning is.

X is met ingang van 1 augustus 2014 voor drie jaar voor zijn werk uitgezonden naar de Verenigde Staten. X en zijn echtgenote hebben een eigen woning in Nederland die zij na terugkeer weer bewonen. Met ingang van 1 januari 2015 geven X en zijn echtgenote de woning in bewaring aan twee tijdelijke bewoners. Partijen hebben niet de bedoeling een huurovereenkomst te sluiten. Voor het gebruik wordt een kostenvergoeding betaald van € 250 per maand. De vaste kosten voor gas en elektra, de kosten voor de onroerende zaakbelasting en de opstalverzekering komen voor rekening van de eigenaren. In geschil is of de woning in 2015 kwalificeert als eigen woning in de zin van art. 3.111 lid 6 Wet IB 2001.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de overeenkomst en de wijze waarop aan die overeenkomst uitvoering is gegeven, duidt op een kraakwachtsituatie (HR 7 juni 2013, 12/05459, BNB 2013/184, V-N 2013/29.16). De woning is daarmee een eigen woning in de zin van art. 3.111 lid 6 Wet IB 2001. Dat de tijdelijke bewoners een koppel vormen, een substantieel inkomen genieten en bekenden van X zijn, acht het hof niet van belang. Ook het feit dat het gebruik van de woning niet beperkt is tot één ruimte, staat niet aan een kraakwachtsituatie in de weg. Datzelfde geldt voor de opzegtermijn van één maand.

Lees ook het thema Eigenwoningregeling

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 29 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen