Volgens Hof Arnhem is, ondanks het ontbreken van een poststempel, een tijdige terpostbezorging van het hoger beroepschrift aannemelijk.

Belanghebbende, X, heeft een vrijstaande eigen woning waarvan de Woz-waarde voor het kalenderjaar 2010 naar de waardepeildatum 1 januari 2009 is vastgesteld op € 467 000. X maakt bezwaar tegen deze vastgestelde waarde en bij uitspraak op bezwaar wordt de waarde verminderd tot € 444 000. Hiertegen heeft X vergeefs beroep bij de rechtbank aangetekend. X heeft tegen deze uitspraak van de rechtbank van 22 december 2010 hoger beroep aangetekend bij brief gedagtekend 28 januari 2011. De (hoger)beroepstermijn eindigt op 2 februari 2011. Het hoger beroepschrift is ter post bezorgd. Het is ter griffie van het hof ingekomen op 4 februari 2011. Het poststempel van het postvervoerbedrijf mist een datumaanduiding. In geschil is of X ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Indien die vraag bevestigend moet worden beantwoord, is in geschil de waarde van de onroerende zaak op waardepeildatum 1 januari 2009.

Hof Arnhem overweegt dat X niet in verzuim is geweest. Gelet op de ver voor het einde van de beroepstermijn op het hoger beroepschrift vermelde dagtekening en de omstandigheid dat het poststuk slechts twee dagen na het verstrijken van de beroepstermijn ter  griffie is ontvangen, acht het hof het aannemelijk dat het hoger beroepschrift ter post is bezorgd voor het einde van de beroepstermijn zodat het hoger beroep van X ontvankelijk is. Vervolgens overweegt het hof dat de ambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld. De ambtenaar heeft de bruto inhoud van de woning correct berekend. De opgevoerde vergelijkingsobjecten acht het hof, hoewel zij verschillen vertonen voor wat betreft inhoud, oppervlakte, ligging en dakconstructie, in voldoende mate vergelijkbaar met de woning van X. Rekening houdend met de onderlinge verschillen tussen de woning van X en de vergelijkingsobjecten bieden de voor die vergelijkingsobjecten gerealiseerde verkoopcijfers volgens het hof voldoende steun aan de door de ambtenaar verdedigde waarde van € 444 000. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem

1

Gerelateerde artikelen