Belanghebbende, X, heeft de Poolse nationaliteit. Zij werkt van 1 januari tot en met 21 juli 2013 in Nederland voor een Nederlandse werkgever. Hierna vertrekt zij naar Polen. X is het er niet mee eens dat de algemene heffingskorting in haar geval naar tijdsevenredigheid wordt verminderd. X stelt dat de bepaling die dit regelt, te weten art. 2.6a van de Regeling Wfsv, discriminatoir is naar woonplaats.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de tijdsevenredige vermindering van de algemene heffingskorting bij gedeeltelijke premieplicht geen discriminatie naar woonplaats oplevert. Naar het oordeel van de rechtbank is de vergelijking die X maakt met een persoon die het gehele jaar in Nederland woont, niet de juiste vergelijking. X dient te worden vergeleken met een inwoner van Nederland die in dezelfde periode als belanghebbende werkzaamheden heeft verricht in Nederland en die daarna vertrekt naar Polen. Een dergelijke persoon zou, net als X, geen recht hebben op het volledige bedrag van de heffingskorting, omdat ook die persoon niet gedurende het gehele jaar premieplichtig is voor de volksverzekeringen. Er is dan ook geen sprake van een ongelijke behandeling.
Wetsartikelen:
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26
Wet inkomstenbelasting 2001 8.10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 12 mei