Hof Arnhem overweegt dat het beroep van X terecht niet-ontvankelijk is verklaard vanwege termijnoverschrijding.

Belanghebbende, X, is, als medebelanghebbende, in beroep gekomen tegen de uitspraak op bezwaar waarbij de WOZ-waarde van zijn woning per waardepeildatum 1 januari 2010 gehandhaafd blijft op € 360 000. Rechtbank Zutphen verklaart het beroep van X niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn. X komt in hoger beroep en stelt zich onder andere op het standpunt dat hij het beroepschrift tijdig, dat wil zeggen op 16 mei 2011, in de brievenbus heeft gedeponeerd en dat het mogelijk aan de Duitse postdienst te wijten is dat het poststuk een aantal dagen in de brievenbus is achtergebleven.

Hof Arnhem overweegt dat de wettelijke beroepstermijn van zes weken op 17 mei 2011 is geëindigd. Dat X in verband met afwezigheid wegens vakantie pas later kennis heeft genomen van de uitspraak op bezwaar, betekent niet dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift niet is aangevangen. Het op 14 mei 2011 gedagtekende beroepschrift is op 24 mei 2011, dus binnen een week na het einde van de termijn, ontvangen door de rechtbank. De vraag is echter of X het beroepschrift voor het einde van de termijn (17 mei 2011) ter post heeft bezorgd. De duidelijk leesbare poststempel op de enveloppe geeft 21 mei 2011 aan zodat het ervoor moet worden gehouden dat het beroepschrift pas op die datum ter post is bezorgd. Dat is buiten de beroepstermijn. X heeft geen bewijs geleverd dat hij het poststuk op maandag 16 mei 2011 ter post heeft bezorgd.  Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem

4

Gerelateerde artikelen