Een jonge timmerman treedt uit loondienst en start een bedrijf. Hof Leeuwarden oordeelt dat X ondernemer is. Hij loopt ondernemersrisico en het aantal opdrachtgevers neemt toe.

Belanghebbende, X, beëindigt in maart 2007 zijn dienstbetrekking bij een werkgever in de bouwsector en start als zelfstandige zonder personeel een timmer- en klusbedrijf. Hij laat zijn bedrijf inschrijven bij de Kamer van Koophandel. X beschikt over gereedschap met een waarde van € 891 en een bedrijfsauto. X sluit mondelinge overeenkomsten van onderaanneming af met C. Bij C is X niet in dienstbetrekking werkzaam geweest. In 2007 en 2008 werkt X hoofdzakelijk voor deze opdrachtgever. Later heeft hij ook andere opdrachten verworven. In 2009 heeft hij voor ten minste zes opdrachtgevers gewerkt. In geschil is of X in 2007 winst geniet of resultaat uit overige werkzaamheid.

Hof Leeuwarden oordeelt - anders dan de rechtbank - dat X ondernemer is. X loopt ondernemersrisico door het risico van wegvallen respectievelijk van het niet binnenhalen van opdrachten, het debiteurenrisico en het aansprakelijkheidsrisico jegens opdrachtgevers. Het werken voor hoofdzakelijk één opdrachtgever in 2007 en 2008 kan niet los worden gezien van de in de jaren daarna uitgevoerde werkzaamheden voor meerdere opdrachtgevers. Het in de loop van de tijd werken voor meerdere opdrachtgevers is volgens het hof een gebruikelijke gang van zaken bij een startende ondernemer. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Leeuwarden

5

Gerelateerde artikelen