Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur terecht de btw-naheffingsaanslag heeft opgelegd. Het is onduidelijk welke diensten X bv verricht, maar zij maakt in ieder geval niet aannemelijk dat de plaats van haar diensten niet Nederland is.

Belanghebbende, X bv, is een full service bureau: zij verzorgt de verzending van actiemailings voor prijzenfestivals en een buitenlands kansspel. In 2001 komen X bv en T AG overeen dat T AG kansspelactiviteiten organiseert en dat X bv full-service-diensten aanbiedt voor de gezamenlijke afhandeling en klantenondersteuning in verband met de kansspelactiviteiten. Op de facturen die X bv aan T AG uitreikt wordt geen btw vermeld. Wel brengt X bv alle aan haar in rekening gebrachte btw in aftrek. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een btw-naheffingsaanslag aan X bv op. Hij stelt dat X bv btw in rekening had moeten brengen in verband met de aan T AG verrichtte diensten. X bv stelt echter dat haar diensten zijn aan te merken als het verstrekken van informatie ex art. 6 lid 2 onderdeel d sub 3 Wet OB 1968 en dat de diensten worden verleend aan het buiten de EU gevestigde T AG. Volgens X bv hoeft zij dan ook geen btw in rekening te brengen.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur terecht de btw-naheffingsaanslag heeft opgelegd. Het hof stelt daarbij vast dat het onduidelijk is welke diensten X bv verricht, maar dat zij in ieder geval niet aannemelijk maakt dat de plaats van haar diensten niet Nederland is en buiten Nederland is gelegen. X bv maakt ook niet aannemelijk dat de door haar verrichte diensten kwalificeren als informatieverwerking en –verschaffing.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 32

Wet op de omzetbelasting 1968 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 18 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen