Belanghebbende (X) verricht werkzaamheden als boekhouder. Naar aanleiding van een boekenonderzoek wordt een btw-naheffingsaanslag aan belanghebbende opgelegd. Belanghebbende is het daar niet mee eens en stelt dat hij geen ondernemer voor de btw is. Hij geeft ook aan dat hij geen administratie heeft bijgehouden. In hoger beroep stelt belanghebbende dat de controlemedewerker zou hebben gezegd dat de resultaten van het boekenonderzoek niet tot het opleggen van een naheffingsaanslag zouden leiden.
Hof Arnhem oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de controlemedewerker heeft aangegeven dat geen naheffingsaanslag zou worden opgelegd. Het hof acht daarbij van belang dat de controlemedewerker dit al in de loop van het boekenonderzoek heeft ontkend. Verder wijst het hof er op dat een dergelijke toezegging bij de stand waarin het onderzoek toen verkeerde en de controlemedewerker nog vervolgonderzoek verrichtte, ook onlogisch is. Verder geeft het hof aan dat belanghebbende btw-ondernemer is en niet aan zijn administratieve verplichtingen heeft voldaan. De inspecteur heeft de bewijslast dan ook terecht omgekeerd. Het gelijk is aan de inspecteur. De naheffingsaanslag blijft in stand.