Rechtbank Gelderland oordeelt dat de SVB het bezwaarschrift van de heer X had moeten doorsturen naar de inspecteur als zijnde bezwaar tegen de ambtshalve IB-aanslag. De inspecteur heeft ten onrechte nog niet beslist op het bezwaarschrift.

De heer X doet een uitvinding en ontvangt als IB-ondernemer een bijstandsuitkering. Om zijn uitvinding verder te ontwikkelen, geeft de gemeente hem een lening van € 45.000. Uiteindelijk wordt X uit zijn woning gezet. Als de nieuwe bewoner zich op dat adres wil inschrijven, blijkt dat X er nog staat ingeschreven. Op 6 augustus 2013 maakt de gemeente daarom zijn inschrijving met terugwerkende kracht per 2 juli 2013 ongedaan. In geschil is de ambtshalve IB-aanslag over 2011 d.d. 17 juli 2013, alsmede de verzuimboete van € 984. X stelt de aanslag nooit te hebben ontvangen. Hij hoort pas eind 2016 van de SVB dat deze aanslag nog open staat en dat dit ook gevolgen kan hebben voor zijn toekomstige AOW-uitkering. Op advies van de SVB maakt X bezwaar tegen het aldus ‘schuldig nalatig verklaren’.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de SVB het bezwaarschrift had moeten doorsturen naar de inspecteur als zijnde bezwaar tegen de aanslag. De inspecteur heeft ten onrechte nog niet beslist op het bezwaarschrift dat sinds 12 mei 2017 in zijn bezit is. De uitdrukkelijke weigering van de inspecteur om een beslissing te nemen, wordt aangemerkt als een voor beroep vatbare uitspraak op bezwaar. Het beroep van X is in zoverre gegrond. Aangezien beide partijen hebben verzocht om de zaak niet terug te wijzen, wordt de inhoudelijke behandeling later hervat. X wordt daarom eerst in de gelegenheid gesteld om de hoogte van zijn inkomen van 2011 nader met stukken te onderbouwen.

Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 19 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen