Belanghebbende, X, houdt de aandelen in F bv. In 2007 koopt X een woning en leent daartoe € 6,5 mln van F bv. In 2008 koopt X het naast de woning gelegen kantoorpand. Omdat X in verband met deze aankoop aanvullende middelen nodig heeft, wordt de geldlening omgezet in een kredietfaciliteit zonder limiet. In 2009 stijgt de eigenwoningschuld met € 12,1 mln. Naast de eigenwoningschuld, heeft X nog diverse leningen lopen bij F bv. De schuld aan F bv bedraagt in 2009 bijna € 36,5 mln. De inspecteur merkt een bedrag van ruim € 14,2 mln aan als winstuitdeling.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur het bedrag van € 14,2 mln terecht als winstuitdeling heeft aangemerkt. De rechtbank acht daarbij van belang dat er sprake is van een kredietfaciliteit zonder limiet en dat de eigen woningschuld in 2009 is toegenomen met € 12,1 mln. Verder zijn er geen zekerheden gesteld, is er geen aflossingsschema opgesteld en heeft F bv geen incassomaatregelen genomen. Ook wijst de rechtbank er op dat X een aanzienlijk negatief vermogen heeft en dat de eigenwoningschuld aanmerkelijk hoger is dan de waarde van de eigen woning. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.13