Hof Amsterdam oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van opgevoerde scholingsuitgaven. De uitgaven kwalificeren niet als zodanig.

Belanghebbende, X, is sinds 2004 in loondienst bij Stichting Y. In 2012 verdient hij daar ruim € 20.000. In zijn aangifte IB 2012 voert hij een post van € 3.000 aan aftrek scholingsuitgaven op. X onderbouwt de aftrek met de reden dat hij in het kader van WSW een leertraject volgt, namelijk het opdoen van werkervaring en het onder toezicht kennis verwerken. De scholingsuitgaven betreffen uitgaven aan dag- en weekbladen, tijdschriften, telefoon en € 1.200 aan boeken. De inspecteur wijst de aftrek af.

Hof Amsterdam oordeelt in navolging van rechtbank Noord Holland dat dit terecht is. X maakt niet aannemelijk dat ten aanzien van de door hem gevoerde uitgaven sprake is van scholingsuitgaven gericht op het verwerven van inkomen uit werk en woning. Niet aannemelijk is dat er sprake is van opleidings- of studiekosten ter verwerving of uitbreiding van de eigen vakbekwaamheid dan wel van kosten voor het op peil houden van kennis en vaardigheden. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.27

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

5

Gerelateerde artikelen