Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X in 2011 geen recht heeft op de jonggehandicaptenkorting. Van verboden discriminatie is geen sprake.

Belanghebbende, X, is geboren in 1956 en heeft kinderen, waaronder A die in 1999 is geboren. A woont in 2011 niet bij X. In 2011 ontvangt X een uitkering ingevolge de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. De inspecteur weigert X over 2011 de jonggehandicaptenkorting, hetgeen X bestrijdt.

Hof Arnhem-Leeuwarden leidt uit de wetsgeschiedenis af dat de jonggehandicaptenkorting is bedoeld voor arbeidsongeschikten die van jongs af aan belemmeringen hebben ondervonden bij de deelname aan het maatschappelijk leven, waaronder de deelname aan het arbeidsproces. De onder de Wet IB 1964 geldende jonggehandicaptenaftrek was om uitvoeringstechnische redenen beperkt tot arbeidsongeschikten die een Wajonguitkering genoten. X heeft daar geen recht op. Het hof oordeelt dat de wetgever gelet op de hem toekomende ruime beoordelingsvrijheid kan beslissen dat arbeidsongeschikten die geen Wajonguitkering genieten maar voor het overige voldoen aan de kenmerken die de wetgever in het verband van de jonggehandicaptenaftrek voor ogen stonden, geen recht hebben op de jonggehandicaptenkorting. Van verboden discriminatie is volgens het hof geen sprake. X heeft geen recht op de jonggehandicaptenkorting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.16a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Sociale zekerheid algemeen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 17 april

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen